1.1 Spuitgieten en extrusie:
Kenmerken: dikke capsulewand, hoge sterkte, goede hittebestendigheid, gelijkmatige dispersie, minder restkleuren.
1.2 Toepassingsgebied
Het kan worden gebruikt bij het spuitgieten en extruderen van transparante of doorschijnende kunststoffen, zoals polyethyleen (PE), polypropyleen (PP), polyeen (PS), zacht polyvinylchloride (S-PVC), AS en ABS. Het kan ook worden gemengd met onverzadigde polyester, epoxyhars, plexiglas of nylonmonomeer bij het gieten, persen en uitharden.
1.3 Dosering:
Tijdens het spuitgieten, extruderen, gieten, persen en uitharden van de matrijs zijn fotochrome pigmenten verantwoordelijk voor 0.4-3.0% van de kunststoffen, meestal 0.6-2.0%. Meekleurende pigmenten moeten volledig worden gemengd met plastic deeltjes (gebruik tijdens het mengen een kleine hoeveelheid witte olie). Gewone pigmenten (of kleurstoffen) zouden ongeveer 0.5-2.5% van de fotochrome pigmenten moeten uitmaken als ze gemengd worden.
1.4 Kleurstoffen:
Tijdens massaproductie worden fotochrome pigmenten gemengd met polyethyleenwas of polystyreenwas om de kleurmasterbatch te maken, waarin pigmenten 10% uitmaken. Vervolgens worden ze gemengd met plastic deeltjes. Op deze manier worden fotochrome pigmenten gelijkmatiger verspreid.
1.5 Temperatuur:
De verwerkingstemperatuur moet lager zijn dan 200℃ en nooit hoger dan 230℃. Bovendien moet de tijd van materiaalverwarming worden geminimaliseerd. (Hoge temperaturen en langdurige verwarming beïnvloeden de kleurveranderende eigenschappen van deze pigmenten.)